De huizenprijs is in het tweede kwartaal 2015 met 3,9 procent gestegen ten opzichte van een jaar geleden. Een gemiddelde woning kost nu 224.000 euro.
Dat blijkt uit de kwartaalcijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), de grootste makelaarsclub van Nederland.
De makelaars deden in het tweede kwartaal bijzonder goede zaken. De bij de NVM aangesloten kantoren verkochten 37.145 woningen. In de gehele markt werden naar schatting 50.000 woningen verkocht. Dat zijn aantallen die de branche sinds 2007 niet meer had gezien.
Gekte in Amsterdam, maar ook rest pikt aan
“De afgelopen twee jaar zagen we vooral opleving in bepaalde grote steden, en met name Amsterdam, maar gelukkig zien we het nu ook in een aantal buitengebieden aantrekken. (…) De olievlek van herstel, die in Amsterdam is begonnen, begint zich te verspreiden over de rest van Nederland”, stelt Ger Hukker, de voorzitter van de NVM.
In de hoofdstad steeg de prijs van een koopwoning met gemiddeld 10,9 procent, ver boven het gemiddelde van 3,9 procent (zie grafiek, klik voor vergroting).
Vrij staande woningen nog relatief goedkoop
Het herstel in de woningmarkt sinds begin 2014 is flink, maar de prijzen liggen nog altijd onder het niveau van voor de crisis. Volgens de NVM is een gemiddelde woning nog altijd 12 procent goedkoper dan in 2008.
Appartementen zijn het laatste jaar het hardste in prijs gestegen en 10 procent duurder dan voor de crisis. Vrijstaande huizen zijn nog maar 4 procent duurder geworden.
Transactieprijs minder dan 5 procent onder de vraagprijs
Verkopers zijn inmiddels grotendeels gestopt met het verlagen van de vraagprijs. En met reden, want de kloof tussen de oorspronkelijke vraagprijs en de daadwerkelijk gerealiseerde prijs daalt. Op dit moment verkoopt een woning 4,7 procent onder de originele vraagprijs.
Woningen staan ook lang niet zo lang meer te koop, 112 dagen gemiddeld. Wel is er sprake van een hoop hardnekkige verkopers. Woningen die al meer dan een jaar te koop staan, worden amper verkocht.
“Het gaat bijvoorbeeld om verkopers die niet omlaag willen met hun vraagprijs, die een zogenoemde wenswaarde voor ogen hebben en daar niet van afwijken. Ook speelt in veel gevallen restschuld een rol; mensen kunnen eenvoudigweg niet zakken met hun prijs, omdat ze dan met een schuld blijven zitten", aldus Hukker.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl